Gisteren had ik zo’n dag. Toen ik vertrok merkte ik het al. Ik kon nog nauwelijks op mijn zadel zitten. Als ik ging zitten deed het zeer en bij het opstaan ook. Je bent de hele tijd aan het zoeken naar de juiste positie om je zitvlak te ontlasten. Maar al snel kom je erachter dat er geen juiste positie is. Toch ga je je in zoveel bochten wringen dat je uiteindelijk overal last van krijgt. En dat zijn de ergste dagen in een ronde. Je hebt geen moment rust. Als ze dan volle bak beginnen te koersen wordt de pijn van het zitten wel minder, omdat je er even niet aan kunt denken, maar dan gaat de rest juist pijn doen door de veranderde positie. Ik was niet de enige, want al bij de start zag ik renners houdingen aannemen die niet echt gemakkelijk zijn bij het fietsen. Bijvoorbeeld met een been op het zadel rusten. Dan kun je natuurlijk niet trappen. Dus als er getrapt moet worden zie je veel renners gaan staan. Veel meer dan in het begin van de week. Deze en al die andere lichamelijke ongemakken zorgen er voor dat je niet alleen lichamelijk vermoeid wordt, maar ook geestelijk. Als je dan een zware bergrit hebt wordt er veel sneller een bus gevormd waarin steeds meer renners een plaats zoeken. Om vervolgens pijnlijk en klagend naar de finish te fietsen. Wat een prachtig beroep.
Gisteren had ik zo’n dag. Toen ik vertrok merkte ik het al. Ik kon nog nauwelijks op mijn zadel zitten. Als ik ging zitten deed het zeer en bij het opstaan ook. Je bent de hele tijd aan het zoeken naar de juiste positie om je zitvlak te ontlasten. Maar al snel kom je erachter dat er geen juiste positie is. Toch ga je je in zoveel bochten wringen dat je uiteindelijk overal last van krijgt. En dat zijn de ergste dagen in een ronde. Je hebt geen moment rust. Als ze dan volle bak beginnen te koersen wordt de pijn van het zitten wel minder, omdat je er even niet aan kunt denken, maar dan gaat de rest juist pijn doen door de veranderde positie. Ik was niet de enige, want al bij de start zag ik renners houdingen aannemen die niet echt gemakkelijk zijn bij het fietsen. Bijvoorbeeld met een been op het zadel rusten. Dan kun je natuurlijk niet trappen. Dus als er getrapt moet worden zie je veel renners gaan staan. Veel meer dan in het begin van de week. Deze en al die andere lichamelijke ongemakken zorgen er voor dat je niet alleen lichamelijk vermoeid wordt, maar ook geestelijk. Als je dan een zware bergrit hebt wordt er veel sneller een bus gevormd waarin steeds meer renners een plaats zoeken. Om vervolgens pijnlijk en klagend naar de finish te fietsen. Wat een prachtig beroep.