Bram Tankink, the official website


Zitvlak

23 Juli 2007 Nu we nog 5 dagen tour voor de boeg hebben beginnen de kwaaltjes te komen. Zere benen, vermoeidheid en een zeer zitvlak. Iedereen kent wel de zogenaamde derde bal in het wielrennen. Een Grote ontsteking op je zitvlak dat opzwelt. Daardoor ga je automatisch anders op de fiets zitten en dat kan dan weer andere klachten veroorzaken. Je kunt echter ook hebben dat je hele onderkant kapot is van het schuren over het zadel door bijvoorbeeld slechte wegen of de grote hoeveelheid tijd dat je erop zit. Vooral als het heet is heb je de neiging om veel water over jezelf heen te gooien om af te koelen. Dit loopt automatisch in je zeem en 5 uur op een natte zeem en zadel zitten te schuren is geen pretje voor je zitvlak. Dit kan irritatie veroorzaken en kleine schaafwondjes.

Gisteren had ik zo’n dag. Toen ik vertrok merkte ik het al. Ik kon nog nauwelijks op mijn zadel zitten. Als ik ging zitten deed het zeer en bij het opstaan ook. Je bent de hele tijd aan het zoeken naar de juiste positie om je zitvlak te ontlasten. Maar al snel kom je erachter dat er geen juiste positie is. Toch ga je je in zoveel bochten wringen dat je uiteindelijk overal last van krijgt. En dat zijn de ergste dagen in een ronde. Je hebt geen moment rust. Als ze dan volle bak beginnen te koersen wordt de pijn van het zitten wel minder, omdat je er even niet aan kunt denken, maar dan gaat de rest juist pijn doen door de veranderde positie. Ik was niet de enige, want al bij de start zag ik renners houdingen aannemen die niet echt gemakkelijk zijn bij het fietsen. Bijvoorbeeld met een been op het zadel rusten. Dan kun je natuurlijk niet trappen. Dus als er getrapt moet worden zie je veel renners gaan staan. Veel meer dan in het begin van de week. Deze en al die andere lichamelijke ongemakken zorgen er voor dat je niet alleen lichamelijk vermoeid wordt, maar ook geestelijk. Als je dan een zware bergrit hebt wordt er veel sneller een bus gevormd waarin steeds meer renners een plaats zoeken. Om vervolgens pijnlijk en klagend naar de finish te fietsen. Wat een prachtig beroep.