Bram Tankink, the official website


De eerste 40

27 Juli 2007 De eerste 40, dat was toch een van mijn doelstellingen die ik gaande weg de tour ten doel heb gesteld nadat het zo goed ging. Het had ook te maken met een uitspraak van een van mijn vaste gastenboek schrijvers. Misschien wel als een soort eerbetoon aan al mijn supporters. Het werd haast een strijd om de eerste plaats, zonder er overdreven mee bezig te zijn. Ik had de afgelopen 2 dagen voor de tijdrit graag in een ontsnapping gezeten om het tot een zekerheid te maken, maar op een of andere manier zat het er even niet in. Terwijl Boogerd bijna een Pereirootje deed zat ik te balen.

De ochtend van de laatste tijdrit speelde het door mijn hoofd. Ik had de uitslag nog eens bekeken en als ik nog een keer alles gaf en misschien wel buiten mezelf trad dan moest het kunnen lukken. Rustig beginnen, kijken hoe het liep en dan kijken hoe het schip strand. ’s Ochtends stond ik echter op met een vreselijk verstopte neus en prikkende ogen dus dat zou nog roet in het eten kunnen gooien. Maar later realiseerde ik me dat dat goed zou kunnen zijn van het verschrikkelijk stofnest waarin we hier zitten. Op een of andere manier ben ik ontzettend allergisch geworden voor stof in mijn studententijd.

Dus begon ik rustig aan de tijdrit en met in mijn gat een ploeggenoot die goed kan tijdrijden (Barredo) wilde ik hem niet zomaar voorbij laten gaan. Na een kilometer voelde ik al dat het lekker liep. De bochten liepen goed, maar het motto was, vooral niet opblazen. Op het eerste tussenpunt lag ik maar 39 sec achter op de beste tijd op dat moment en vanaf toen ben ik er vol voor gegaan. Dit moest een redelijk goede tijd kunnen worden.

Ik kan je vertellen dat ik heb afgezien. Pfffiew, dat was een redelijk nieuwe ervaring voor mij in een tijdrit. Zo lang zo hard en geconcentreerd fietsen had ik nog niet eerder gedaan. Toen ik op 15 km van de meet iemand voor mij in zicht kreeg, kreeg ik helemaal moraal. Op 7 km van de finish kwam ik hem voorbij. Het was Turpin (onder de Hans Teeuwen fans, Dick Turpin, de struikrover, die in de tijd van de struikrovers zo groot was als de struiken. Onze standaard opmerking als hij ons in de weg rijdt) die 4 min mij was gestart. Toen kreeg ik helemaal moraal. Toen ik aan de voet van het laatste klimmetje kwam, volledig met de gaskraan open schrok ik wel van de steilheid en besloot mijn ketting op het binnenblad te leggen. Iets te enthousiast knalde ik mijn hendel omlaag en wrannggg, daar lag mijn ketting. Op een stijle oplopende weg moet je dan proberen heel snel dat ding er weer op te leggen zonder om te vallen. Met al die adrenaline in mijn lijf ging dat niet heel snel maar uiteindelijk wel goed. Echter was mijn snelheid even weg en moest ik me weer op gang trekken. Dat was niet heel makkelijk. Zeker niet toen ook de struikrover weer even naast mij kwam.

Niet met mij maat, was mijn motto dus ik maakte me nog eens goed kwaad en strapte stevig door naar de finish. Erg tevreden over mijn tijdrit sloot ik hem af. Het was even wachten op de definitieve uitslag, maar een blije broer dacht dat ik zeker bij de eerste 40 zou zijn geëindigd. Maar wat bleek? Ik kwam 15 sec tekort in het klassement. Stel dat dit om de eerste plaats zou zijn gegaan.... Ik hoorde Cadel, met enig zelfspot, al zeggen op tv dat hij morgen voor de bonies gaat sprinten. Hij zal het moeten opnemen tegen mij.

Nee, ik accepteer het verlies. Castelli mag in England blijven. En morgen gaan wij met 9 man naar Parijs. Echt mooi. En we gaan nog eens alles in het werk stellen om er een spetterend slot aan te brijen.

Groetjes Bram