Ook dee tour doet me vaak aan hem denken. Ik vind het verschrikkelijk jammer dat hij de tour niet heeft kunnen meemaken terwijl ik hem fiets. Hij zou het als vader en sportman meer dan geweldig hebben gevonden. De tour sprak hem aan, het was buitenaards afzien en haast mensonterend. Voor een sportman het hoogst haalbare.
Gisteren beleefde ik de zwaarste dag van de tour. De reden was een beknelling van een zenuw in mijn rug met als gevolg uitstraling naar mijn been en constant een doof gevoel in mijn voet en been. Vanochtend deed het eerder pijn en wist ik niet of ik dat nog wel een dag zou overleven. Hoe ik nu precies in de ontnapping terecht kwam weet ik niet meer, maar in een keer zat ik daar. En dan komen we aan de voet van de eerste klim met bijna 11 minuten voorsprong en daarmee lijken we een mooie dag tegemoet te gaan. Dan kiest Landis de aanval en verpeletterd onze voorsprong. De tweede klim word ik opgevist door Landis die me even later ook gewoon laat staan. De derde klim van de dag vecht ik om het resterende peleton voor te blijven zodat ik nog even mee kan op het vlakke.
Drie weken tour, verzengende hitte en het enorm zware parcours eisen hun tol, maar het gaat lukken. Alleen rij ik daar op een halve kilometer van de top en de mensen staan steeds dichter op de weg en schreeuwen in mijn oor. Het duizelt me voor ogen en de mensen gaan in slowmotion voorbij. Opeens is hij daar: de vlinder, vanuit het niets vliegt hij even voor me uit en fladdert daarna over de mensen weer weg. Alsof mijn vader daar in een keer even is. Dat doet me beseffen dat ik het heb gehaald, dat ik trots mag zijn en dat mijn vader over mijn schouder meekijkt. Het is goed zo!