De voorbereiding was goed, met een super begin in de Ronde van België. Hier kon ik de lijn doorzetten van het goede voorjaar. Halverwege werd ik echter weggeroepen door de geboorte van onze dochter Roos. Het was geweldig. De 2 weken daarna waren zo intens, zo mooi. Daardoor kwam ik wel lichtelijk vermoei aan de start in Zwitserland. Toch liep het ook hier erg lekker en ik ging zeer tevreden naar huis.
En dan, Bam! Een telefoontje en de grond zakt onder je voeten weg. Hoe tegenstrijdig het leven kan zijn weet ik ondertussen wel, maar dat vaak de klappen in dezelfde hoek vallen is wel verbijsterend. De hele week kon ik me niet meer zetten tot fietsen. Pas op de dag voor het NK was ik er weer enigzins mee bezig, maar op het NK zelf kon ik me simpelweg geen pijn doen. Bovendien was ik gewoon moe. Ik reed even rond met de vraag of ik wel moest starten in de tour. Het antwoord wist ik natuurlijk al lang. Ik moest de knop weer omzetten, hoe moeilijk dat soms ook is.
En hier zit ik dan. Londen. Uit ervaring weet ik ondertussen dat als je eenmaal in de Tour zit ook daadwerkelijk alles alleen maar om de Tour draait. Voor de mensen in de Tour lijkt de wereld eromheen even niet te bestaan. Dus heel moeilijk om de gedachten er bij te houden is het niet. En of ik de vorm heb meegenomen van Zwitserland komen we in de komende dagen wel achter. Maar belangrijker is dat nu ik hier eenmaal zit er weer zin in krijg, dat was toch heel anders in het begin van deze week.